Bij het begin van
dit nieuwe jaar krijg ik elke morgen in mijn mailbox het bericht van
een krant die peilt naar mijn goede voornemens. Je hoeft die slechts
in te vullen en dan maak je kans op een prijs. Hoe dikwijls kijk je
niet verwachtingsvol uit naar het winnend biljet in de loterij.
Het begint al in
je kinderjaren, wanneer iedereen bij het voorlezen van de
nieuwjaarsbrief hoopt dat je alles zult waarmaken wat daarin staat.
Terwijl je er geen woord van meent. Omdat de zinnen zijn opgesteld
door een leerkracht die niet eens je ouders, noch grootouders kent.
In het beste geval mag je kiezen tussen drie standaardmodellen voor
de hele klas. Op basis daarvan word je aangemaand het dit jaar wat
beter te doen op school en geloven ze misschien heel even dat je
thuis zult komen met een briljant rapport. O, de onzin van onze
jeugd.
Hatelijker wordt
het later als bijna de ganse familie je een goed lief toewenst. Dat
zou je best willen, hoewel je niet weet hoe daaraan te beginnen.
'Je mag vooral hopen dat die niet op hen lijkt', flitst het door je
hoofd. Want in de eerste plaats droom je niet over een huisje en
tuintje, maar laveer je tussen de drang om eindelijk eens van grond
te gaan en het vinden van iemand met wie je kunt praten.
Veel later loopt
daar dan plots een vrouw met bolle buik en wordt gevraagd hoe het
aanvoelt straks jezelf vader te noemen. Zelfs dat proces verloopt
niet helemaal zoals gepland. Voor je het goed en wel beseft ligt zij
plat in het ziekenhuis en is er sprake van een problematische
zwangerschap. Het mondt uit in een geboorte met complicaties en de
zekerheid dat je uiteindelijk niet bij elkaar hoort.
Of je hoopt een
baan te vinden, maar ontmoet nogal wat struikelblokken op de weg. De
ene keer is het dat je kwalificaties niet overeen stemmen en je over
de verkeerde ervaring beschikt, dan ben je ineens te oud en vooral te
mondig. "Persoon X past niet in het profiel van onze
organisatie", en "de kandidaat is een einzelganger die
mogelijk moeite heeft te functioneren in groepsverband".
En vind je
eindelijk de job van je leven, dan herinnert de bijbelse figuur je er
aan dat je meer kwijt dan rijk bent. Het loon staat niet in
verhouding en de paarden die de haver verdienen... Bovendien, als je
erin slaagt om tegen de stroom in iets op te bouwen, dan wordt dat
gefnuikt door de pipo die recht van de schoolbanken op een stoel
wordt gedropt waarvoor hij te groen achter de oren ziet. En zo beland
je al gauw met een paar anderen op de schietstoel.
Jaren later komt
loontje om zijn boontje en moet hij met hangende pootjes afdruipen.
Ok, een vorm van leedvermaak is je niet vreemd – maar het maakt je
rekening niet.
Zo begint het spel
van voren af aan. En soms koester je weer gespannen verwachtingen:
zal het deze keer lukken, neem je genoegen met wat minder, wat wil
je...
Iets schoon wordt
je in de schoot geworpen. Je gaat door met doen wat je graag doet, je
leert zo nu en dan een beetje meer. En jij, wat verwacht jij...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten