Natuurlijk is het zo dat we vergaan tot
as en we allen uiteenvallen in ontelbare minuscule stukjes, zoals een
onoplosbare puzzel: hoofd, schouders, armen, benen, geslachtsdelen...
Op een keer houdt het op, alles. Je hoeft het lichaam niet te
verscheuren of open te rijten, noch het hoofd af te rukken. Het
vergaat en breekt vanzelf af.
De weg is lang, de stoep te hard en de
voeten haasten zich steeds sneller voort. Mensen kijken zelfs niet
meer op. In hun ogen schuilt een wrede blik, de muziek in de straten
is smakeloos. Toch pompt het hart als vanouds in hun lijf, onder de
huid, diep in de botten en het vlees. We luisteren niet meer naar de
klop.
Straks gaan we terug naar onze
oorspronkelijke staat: een klomp aarde, meer niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten