- Awel, wat is dat nu voor een vraag?
- Hebt ge uzelf al eens goed bekeken in
de spiegel? Geef mij eens een briefke, ik kan zo een waslijst
opschrijven.
- Van al mijn onhebbelijkheden?
- Die gaan daar niet goed van zijn.
- Ge weet toch waar dat ge aan begint.
- Dat is het probleem niet, de vraag
is alleen waar te beginnen. En hier en daar wat weg te laten, om niet
iedereen af te schrikken.
- Zoudt ge er dan wel aan beginnen?
- Helaba, zo makkelijk komt ge er niet
vanaf. Ik zal rap uw boekske eens opendoen. Wacht, ge zult er niet
goed van zijn. Hij krimpt ineen. Alé, dat valt te bezien.
Feitelijk weet ge het toch allemaal en kent ge uzelf beter dan de
rest, of dat denkt ge. Want de ander bekijkt u anders dan dat ge zelf
doet.
- Ok, ok. Ik weet dat het geen zin
heeft rond de pot te draaien. Vuur! Schiet er maar op los.
- In gezelschap zegt ge den ene keer
geen woord, naargelang uw muts staat, en op andere momenten kunt ge
niet stoppen met tetteren en trekt ge alle aandacht naar u toe.
- Ja, dat is zo. Zelf vind ik dat één
van mijn minor inconveniences.
- Wablieft?
- Eén van mijn mindere gebreken. Toch?
- Of ge zit aan tafel en steekt plots
een monoloog af, een ellenlange tirade waar geen speld is tussen te
krijgen.
- Tja.
- Ge kunt iemand in slaap babbelen. Hij
haalt de schouders op. En dan legt ge een vuil mes of vork op een
proper tafelkleed.
- Ja maar, wuift hij protesterend.
- Of ge zit in uwe neus te peuteren...
- Daar zoudt ge over zwijgen...
- En de rest... Als we naar den teevee
kijken, legt ge beslag op de afstandsbediening. Hij maakt een
beetje afwerend, verontschuldigend gebaar. Ge
beslist altijd welke programma's we gaan zien.
- Maar maske, we
zien toch alle twee naar 't zelfde.
- En ge palmt heel
de zetel in.
- Ja maar, die is
toch een beetje te klein voor ons twee.
- En als ik iets
zeg, dan zegt ge altijd: "Ja maar..."
- Ja maar ja...
- En als ik iets
zeg, dan is het direct van: "Ssst..."
- Nu overdrijft
ge...
- Of ge zegt dat
alles relatief is.
- Ja maar dat is
toch ook zo.
- Gij vindt alles
relatief.
- Hij spreidt
hulpeloos beide armen en toont de handpalmen. Met jou valt echt
niet te klappen.
- En toch hé... zij
schuift dichterbij zou ik je niet kunnen missen.
- Alé, ge hebt het
zo lang zonder mij gedaan.
- Pakt me nog eens
vast.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten